Over Rembrandt
Door Rembrandt :
“Mijn vroegste herinneringen aan muziek, zijn de psalmen en gezangen – die ik ook graag zong – op de lagere school {basisschool} en Zuid-Amerikaanse muziek: Los Paraquaos, zang,harp en gitaren. Mijn ouders-mijn zus Silvya en ik ook {wel} luisterden naar muziek als La Traviata van Giuseppe Verdi, Walsen van Johann Strauss, pianomuziek van Franz Liszt en Tangomuziek van Malando.
Op mijn 14de zong ik – mezelf begeleidend op een staalsnarige gitaar – liedjes van Pat Boone: Love letters in the sand, Remember your mind. Van Cliff Richard: Living doll. Van the Everly Brothers: Bird Dog, All I have to is dream, met nichtje Elly Cirkel samen 1e en 2de stem zingend.
Een klasgenoot van mij op de middelbare school in Nijmegen, wilde bij mij les nemen om liedjes te zingen en zich zelf daarbij te begeleiden op gitaar. Zijn oudere broer speelde wel goed gitaar, maar van die ’saaie klassieke muziek’. Ik had inmiddels een Klassieke of ook Spaanse gitaar genoemd, met nylon snaren. Deze klasgenoot nam bij mij les en ik – in dezelfde periode – bij zijn oudere broer! Die ’saaie’ muziek bestond o.a. uit de preludes van Heitor Villa-Lobos… Een nieuwe muziekwereld – ik was toen zestien – ging er voor mij open!
Ik bleef wel zingen, maar bestede steeds meer tijd aan het bespelen van de Klassieke gitaar. Een eigen genoteerde compositie – in een Utrechts wijkblaadje bossa nova genoemd- speelde ik in feite in het ritme van de Braziliaanse Samba. De naam Samba hoorde ik later, dan het ritme ervan… Omdat ik deze eigen muziek voor het eerst had opgeschreven, noemde ik het: mijn eerste stukje {later: niemandalletje}
Op mijn eindexamen gitaar aan het ‘Utrechts Conservatorium’ met als hoofdvakdocent gitaar Dick Visser, stond een compositie van mij op de examenlijst. Dat was toendertijd niet gebruikelijk. Hoe dit werk Dimorf {2 karakters} op die examenlijst kwam, beschrijf ik in het 3de couplet van mijn gedicht voor Dick {Visser}.
“Op je examenlijst, Rembrãndt, moet ook een Néérlands componist..”, “Ja Dick, ik heb daar alvast, een maaksel vóórgegist..” Dick, met blik, “ben jij niet goed snik”.
Na een week speel ik het hem voor: Toen was het: ‘okee, speel dat, ook maar je examencommissie voor’.
Die kreeg toen dit te horen: Dimorf dus.
Behalve als solo stuk, speel ik Dimorf ook als overgang tussen dit 3de en 4de = laatste couplet, bij het voordragen van het gehele gedicht: Dick-Dimorf-Dick.
Vanuit het samen en solo spelen, het verder gaan met componeren, gedichten maken en zingen, ontstond er geleidelijk voor mij een nieuwe behoefte: de uitvoeringspraktijk, waarin ik verschillende uitingsvormen binnen één thema tot uitdrukking kan brengen. En ik een programma kan vormen met meerdere thema’s.
Bijvoorbeeld het Thema Barokmuziek: ik zing een Arietta van Allessandro Scarlatti {1660-1725} speel vervolgens een Sonata van diens zoon Domenico Scarlatti {1685-1757} op gitaar. Van de Ierse componist Turlough O’Carolan {1670-1738} tevens op gitaar: Fanny Power, waarin Ierse èn Italiaanse muziekinvloeden blijken! O’Carolan hield van muziek van Antonio Vivaldi {1678-1741} en O’Carolan musiceerde samen met de Italiaanse componist/violist Francesco Geminiani {1689-1741} vervolgens zing ik een Iers lied, waarvan tekst- en toondichter onbekend zijn, maar de melodie en de tekst {ca. 1719} verwijzen naar de tijd waarin genoemde componisten en teksdichters hebben geleefd.
Nog een tweede voorbeeld, het Thema ‘Moeder’: Ständchen uit Franz Schubert’s ‘Schwanengesang, hoorde mijn moeder voor het eerst op piano gespeeld door haar oudere zus. Heel veel later door mij op gitaar. Deze muziek nam in het Hart van mijn Moeder een bijzondere plaats in. Mijn Moeder danste graag Tango’s, ook als er geen man aan de pas kwam {2de wereldoorlog, mijn vader ondergedoken}.
Als heer verkleed in jacket met hoge zijden hoed op {foto heb ik nog} danste mijn moeder de passen voor de man in Argentijnse Tango’s als: La Cumparsita, samen met: haar vriendin!
In het Thema ‘Moeder’ speel ik La Cumparsita op gitaar. Mijn Moeder fotografeerde graag en goed. Dit breng ik tot uitdrukking in mijn rappoëzie, over mijn moeder haar zoon en haar foto apparaat. Mijn moeder vroeg vaak aan mij voor haar te zingen, b.v. Manifiesto, muziek en tekst van de Chileen Victor Jara. Ik leg ook verbanden binnen Thema’s als: Kind; Dans; Spaanse muziek; Verzet; Heden en Verleden. “